Pyreneese berghond

geschiedenis

Pyreneese berghond bewaker

De Pyreneese Berghond: een geschiedenis vol waardevolle taken

van Patou tot kasteelbewaker

De Pyreneese Berghond, liefkozend "Patou" genoemd, wordt al eeuwenlang gewaardeerd om zijn veelzijdigheid. Met een schofthoogte tot 80 cm en een dikke witte vacht deze vaak met nuances van das-, wolfsgrauw, vaalgeel of oranje , is hij niet te missen. Hij heeft al eeuwen lang verschillende taken. Bewaker van kudde, kasteel , landgoedere en boodschapper van geheimen en bevoorraden van geisolleerde dorpen. Vanaf de 15e eeuw werd de pyreneese berghond ingezet als beschermer: ✅ Kuddewachter – Hij hield schapen veilig voor wolven, lynxen en beren. ✅ Kasteel- en landgoedbewaker en al snel werd hij ook ingezet voor grotere domeinen. ✅ Boodschapper – In afgelegen Pyreneeëndorpen bracht hij voorraden en zelfs geheime berichten tijdens oorlogen. Terwijl de herders sliepen, namen de honden de wacht over. Ze droegen brede halsbanden met ijzeren pinnen als bescherming tegen roofdieren en kozen strategisch een uitkijkpunt. Vaak op een heuvel dit om alles in de gaten te houden. Hun zware, galmende blaf was hun eerste verdedigingslinie en hield roofdieren én stropers op afstand. De wolf en de beer: en de slimme aanvalstechnieken • Wolven – Eén Pyreneese Berghond was vaak al genoeg om een wolf af te schrikken, maar meestal waren ze met twee of drie. • Beren – Als een beer op zijn achterpoten stond, viel de hond hem aan in de geslachtsdelen om hem te verjagen.